woensdag 18 maart 2015

De Bipolaire Stoornis

Sinds ongeveer vijf jaar ben ik niet alleen meer Cindy de vrolijke, spontane en creatieve meid die ik altijd was, maar is er nog een stempeltje bijgekomen. Bipolair. Nu weten veel mensen, waaronder ik toen ik de diagnose net te horen kreeg, niet wat dat precies is. Ik zal proberen uit te leggen wat het voor mij inhoudt om manisch-depressief te zijn. Wat ik op internet las was allemaal toch veel te beangstigend en fataal. Het moet gezegd worden: je hebt de bipolaire stoornis voor de rest van je leven. Het is dus niet een verkoudheidje dat met een goede dag rust wel overgaat. Nee, de bipolaire stoornis blijft bij je, of je dat nu wilt of niet. En ik stel me zo voor dat de meesten dat niet willen. Als je het leven ziet als een lijn dan gaat ieders lijn soms wat naar boven en soms wat naar beneden. De bipolaire stoornis geeft echter een ruk aan die lijn, waardoor de dalen heel diep gaan en de pieken heel hoog. Als je depressief bent heb je geen zin meer in dingen,  niets kan je meer wat schelen en het liefst zou je een eind aan je leven maken. Ik heb nog nooit een poging gedaan, gelukkig, maar ik zat er vaak dicht op. Als je manisch bent ben je zo vrolijk als maar zijn kan, je hebt weinig slaap nodig en je vergeet te eten. Althans, zo gaat dat bij mij. Ik heb voortdurend ideeën in mijn hoofd die ik wil vastleggen en ik ben zo enthousiast over alles wat ik hoor dat ik soms vergeet te ademen. Zo opgefokt ben ik dan. Ik heb niet alleen last van manische en depressieve episodes, maar ook nog van psychoses.

Psychoses zijn weer een heel ander verhaal, al lijken ze bij mij veel op mijn manische episodes. Dat komt omdat bij mij de manie vaak overgaat in een psychose. In een psychose hoor ik stemmen die me vertellen wat ik moet doen, ik kan geen normale gesprekken meer voeren met mijn omgeving en ik kan niet stilzitten. De woorden die bij mij opkomen als ik aan een psychose denk zijn angstig, wonderlijk en spannend. Ik verzin, als ik in een psychose zit, een verhaal om mijn verwardheid een plek te kunnen geven. Dan ben ik bijvoorbeeld een superster en loop ik de hele dag te zingen, of ik denk dat ik met dieren kan praten of het weer kan bepalen. Onbewust houdt ik me heel erg vast aan de tijd, omdat dat iets is wat vast staat en ik me daar dus niet in kan vergissen. Alles gaat dus precies op tijd, en als dat niet het geval is raak ik uit balans. In een psychose ben ik niet mezelf, al weet ik alles nog wel na te vertellen. Ik weet wat ik gedaan of gezegd heb, maar ik had dat nooit gedaan of gezegd als ik niet in een psychose zat.

De bipolaire stoornis is een chronische stoornis, wat betekent dat hij je hele leven lang blijft. Mijn behandelaars (en ook internet) zeggen dat er goed mee te leven is mits je je medicijnen maar op tijd en consequent blijft slikken. Maar daar heb je een punt: medicijnen. Niemand slikt ze voor de lol, en ik ben ze liever kwijt dan rijk. Ik slik verschillende medicijnen, waaronder Lithium, Risperdal en Zyprexa. De laatste twee zijn anti-psychotica, die hele heftige bijwerkingen met zich mee brengen. Door de Risperdal en Zyprexa voel ik me vaak een zombie, ik kom kilo’s aan en ik heb een leeg gevoel vanbinnen. Kortom: medicijnen zijn geen pretje. Ik heb wel eens abrupt gestopt, maar zit dan meteen weer in een psychose. Ik heb ze dus wel nodig. Maar het is moeilijk hoor, om elke avond geconfronteerd te worden met je ziekte door middel van de pillen die je moet slikken.