Sinds ongeveer vijf jaar ben ik niet alleen meer Cindy de
vrolijke, spontane en creatieve meid die ik altijd was, maar is er nog een
stempeltje bijgekomen. Bipolair. Nu weten veel mensen, waaronder ik toen ik de
diagnose net te horen kreeg, niet wat dat precies is. Ik zal proberen uit te
leggen wat het voor mij inhoudt om manisch-depressief te zijn. Wat ik op
internet las was allemaal toch veel te beangstigend en fataal. Het moet gezegd
worden: je hebt de bipolaire stoornis voor de rest van je leven. Het is dus
niet een verkoudheidje dat met een goede dag rust wel overgaat. Nee, de
bipolaire stoornis blijft bij je, of je dat nu wilt of niet. En ik stel me zo
voor dat de meesten dat niet willen. Als je het leven ziet als een lijn dan
gaat ieders lijn soms wat naar boven en soms wat naar beneden. De bipolaire
stoornis geeft echter een ruk aan die lijn, waardoor de dalen heel diep gaan en
de pieken heel hoog. Als je depressief bent heb je geen zin meer in
dingen, niets kan je meer wat schelen en
het liefst zou je een eind aan je leven maken. Ik heb nog nooit een poging
gedaan, gelukkig, maar ik zat er vaak dicht op. Als je manisch bent ben je zo
vrolijk als maar zijn kan, je hebt weinig slaap nodig en je vergeet te eten.
Althans, zo gaat dat bij mij. Ik heb voortdurend ideeën in mijn hoofd die ik
wil vastleggen en ik ben zo enthousiast over alles wat ik hoor dat ik soms
vergeet te ademen. Zo opgefokt ben ik dan. Ik heb niet alleen last van manische
en depressieve episodes, maar ook nog van psychoses.
Psychoses zijn weer een heel ander verhaal, al lijken ze bij mij veel op mijn
manische episodes. Dat komt omdat bij mij de manie vaak overgaat in een
psychose. In een psychose hoor ik stemmen die me vertellen wat ik moet doen, ik
kan geen normale gesprekken meer voeren met mijn omgeving en ik kan niet
stilzitten. De woorden die bij mij opkomen als ik aan een psychose denk zijn
angstig, wonderlijk en spannend. Ik verzin, als ik in een psychose zit, een
verhaal om mijn verwardheid een plek te kunnen geven. Dan ben ik bijvoorbeeld
een superster en loop ik de hele dag te zingen, of ik denk dat ik met dieren
kan praten of het weer kan bepalen. Onbewust houdt ik me heel erg vast aan de
tijd, omdat dat iets is wat vast staat en ik me daar dus niet in kan vergissen.
Alles gaat dus precies op tijd, en als dat niet het geval is raak ik uit
balans. In een psychose ben ik niet mezelf, al weet ik alles nog wel na te
vertellen. Ik weet wat ik gedaan of gezegd heb, maar ik had dat nooit gedaan of
gezegd als ik niet in een psychose zat.
De bipolaire stoornis is een chronische stoornis, wat betekent dat hij je hele
leven lang blijft. Mijn behandelaars (en ook internet) zeggen dat er goed mee
te leven is mits je je medicijnen maar op tijd en consequent blijft slikken. Maar
daar heb je een punt: medicijnen. Niemand slikt ze voor de lol, en ik ben ze
liever kwijt dan rijk. Ik slik verschillende medicijnen, waaronder Lithium,
Risperdal en Zyprexa. De laatste twee zijn anti-psychotica, die hele heftige
bijwerkingen met zich mee brengen. Door de Risperdal en Zyprexa voel ik me vaak
een zombie, ik kom kilo’s aan en ik heb een leeg gevoel vanbinnen. Kortom:
medicijnen zijn geen pretje. Ik heb wel eens abrupt gestopt, maar zit dan
meteen weer in een psychose. Ik heb ze dus wel nodig. Maar het is moeilijk
hoor, om elke avond geconfronteerd te worden met je ziekte door middel van de
pillen die je moet slikken.